Avondvoordracht "Moleculaire veranderingen bij veroudering van schilderijen"
In samenwerking met Monumentale Kerken Antwerpen vzw.
Spreker: Jaap J. Boon, MOLART Centre, Amsterdam
Pas sedert de laaste tien jaar wordt beter begrepen dat er veel chemische veranderingen optreden in olieverf. Als de schilder zijn verf maakt of laat maken is olieverf een smeerbaar product. Door reactie met lucht wordt de olie d.w.z. de onverzadigde triglyceriden uit gewoonlijk lijnolie, walnootolie of papaverolie, “gecrosslinked” tot een visceuze massa die de pigmenten op hun plaatshouden. Dat is echter niet de eindtoestand. In de loop van de volgende 50-100 jaar hydrolyseren de esterbindingen en komen de vetzuren vrij. Gelukkig worden de vrije vetzuren en dizuren met weinig volumeverandering weer gefixeerd door metalen zoals lood waardoor er een relatief stabiel netwerk ontstaat van metaal gecoordineerde dizuren met palmitine en stearine zuur als endcappers. Helaas is ook dit systeem vochtgevoelig wat blijkt uit de vele reakties van pigmenten en vetzuren, die leiden tot verlies van dekking, kleurveranderingen en vorming van vloeibare kristallen van metaalzeep. Een schilderij is dus chemisch gezien nooit af. Deze veranderingen hebben echter grote gevolgen voor de kwaliteit van de oorspronkelijke verbeelding die de schilder voor ogen had.
Prof. Jaap Boon was één van de eersten die voor deze, in hoofdzaak chemische, verouderingsprocessen de moleculaire oorsprong kon vaststellen. Daarvoor ontwikkelde hij sinds het begin van de jaren negentig vernieuwende massaspectrometrische en chemisch microscopische onderzoeksmethoden om minuscule monsterhoeveelheden uit schilderijen te analyseren.
Voorafgaand aan de voordracht was er gelegenheid tot het bezoeken van een kerk waar een gids ons informeerde over de restauratiewerken die daar doorgaan.