Symposium - De Wijze en de Dwaas
De wijze en de dwaas, de perceptie van de alchemist door de eeuwen heen. Onder deze naam greep op 24 november 2007 het symposium plaats, georganiseerd door de Sectie Historiek van de Koninklijke Vlaamse Chemische Vereniging (KVCV), de Chemie Historische Groep (CHG) van de Koninklijke Nederlandse Chemische Verenging (KNCV) en het Genootschap voor de Geschiedenis der Geneeskunde, Wiskunde en Natuurwetenschappen (GeWiNa), betreffende de verbanden tussen de alchemie, beeldende kunst en distilleerkunst.
Meer dan negentig scheikundehistorici, kunstwetenschappers, filologen en andere geïnteresseerden van over heel België en Nederland waren die koude herfstdag naar het Nationaal Jenevermuseum te Hasselt toegestroomd. Na de warme ontvangst met thee en koffie, leidde prof. em. This email address is being protected from spambots. You need JavaScript enabled to view it. (oud-voorzitter van de Sectie Historiek van de KVCV) het symposium in.
Het begon allemaal in de middeleeuwen. Alchemisten zochten in hun donkere, mysterieuze alchemistenkamers met de meest onwaarschijnlijke instrumenten naar de steen der wijzen die lood in goud deed veranderen. Ze waren op zoek naar een elixir dat de eeuwige jeugd zou brengen en het menselijke leven oneindig zou verlengen.
Na een korte geschiedenis van de Arabische alchemie, sprak prof. dr. This email address is being protected from spambots. You need JavaScript enabled to view it. (voorzitter van het Nationaal Jenevermuseum en van de Sectie Historiek van de KVCV) over het ontstaan en de evolutie van de alchemie in de Nederlanden. Uit de meer exoterisch getinte teksten en leerdichten van Jacob van Maerlant, de Villanova en de Rupescissa, werd het centrale belang van de Middelnederlandse recepten voor de bereiding van aqua vitae duidelijk. Niet alleen speelde dit levenswater een cruciale rol in de zoektocht naar goud en geneeskrachtige middelen, ze lag ook aan de basis van de brandewijn – genotmiddel waar men vandaag de dag nog steeds van geniet. Dankzij de verfijning van de verschillende technieken en processen in de 13e en 14e eeuw, werd ook de bereiding van minerale zuren, verfstoffen en buskruit in de alchemistische laboratoria mogelijk.
Toch kan men zich de vraag stellen of de alchemisten geen pseudo-wetenschappers waren – idealisten die al hun geld verkwistten aan hun zogenaamde onderzoek en verblind waren door een vorm van halfmystieke abracadabra die gepaard ging met koortsachtig geëxperimenteer. Aan de hand van enkele prachtige illustraties van de genreschilderkunst en alchemisten-iconografie trachtte dr. This email address is being protected from spambots. You need JavaScript enabled to view it. (FWO Vlaanderen, KULeuven) het beeld van de alchemist in de zeventiende eeuwse schilderkunst van de Lage Landen te karakteriseren. De kritische houding die bestond tegenover de alchemistische praktijken viel duidelijk af te leiden uit de spitsvondige prenten van de Zuidelijke en Noordelijke Nederlanden. Niet alleen Pieter Bruegel de Oude, maar ook David Ryckaert en David Teniers leverden met hun satirische blik een geestige commentaar op de vermeende dwaasheid van dit type van pseudo-wetenschapper.
In de voordracht van Harry Snelders (Universiteit Utrecht, Vrije Universiteit Amsterdam) werd echter op een tweede traditie gewezen binnen deze groep van alchemistische prentkunst. Niet alle alchemisten waren dwazen die verwoed verder zochten naar de steen der wijzen of de befaamde alkahest. Sommigen onder hen, de wijzen, waren inderdaad scheikundigen avant la lettre die aan de wieg stonden van de moderne scheikunde. Beide tradities werden geïllustreerd aan de hand van enkele prenten uit de collectie van dr. A.A.A.M. Brinkman.
Fysisch-chemicus dr. Arthur Brinkman had namelijk, vanuit zijn vakgebied, een grote belangstelling voor de geschiedenis van de alchemie en vooral voor de relatie tussen alchemie en kunst. Via schilderijen, etsen, gravures en boeken van alchemisten en over de alchemie in het algemeen verdiepte hij zich in het beeld van de eerlijke onderzoeker of de door goudzucht verdwaasde bedrieger, dat de maatschappij vroeger had van zijn vakgenoten. De uitgebreide prentencollectie van dr. Brinkman vormde daarom ook de kern van de tentoonstelling en werd door alle aanwezigen bezocht na een smakelijke broodjesmaaltijd in het Borrelhuis. Alambieken, opgezette krokodillen, en Middelnederlandse teksten van onschatbare waarden maakte het geheel tot een prachtige tentoonstelling die de bezoekers onderdompelde in een sfeer vol mystiek en symboliek. Bij de tentoonstelling verscheen tevens een publicatie met ca. 100 illustraties en de bijdragen van vijf auteurs – te koop in de museumshop en in de betere boekhandel.
Na de middag bracht dr. This email address is being protected from spambots. You need JavaScript enabled to view it. (Universiteit Antwerpen, Universiteit Gent) met een onvoorstelbare hartstocht haar verhaal over Isaac Hollandus, de alchemist van Stolwijk. In het eerste deel van haar boeiende lezing werd Dr. M. Wagenaar’s historische roman Isaac Hollandus, de alchimist van Stolwijk aan een kritische evaluatie onderworpen, waarna teruggegaan werd naar het alchemistische tekstcorpus van Johannes Isaaci Hollandus. Of de mythes rond de beroemdste alchemist uit de Lage Landen ooit opgehelderd zullen worden, ligt nu in handen van Annelies van Gijsen, die zich de komende jaren verder zal verdiepen in het primaire bronmateriaal van Isaac Hollandus.
Tot slot trachtte dr. This email address is being protected from spambots. You need JavaScript enabled to view it. (voorzitster van Mémosciences) een portret te schetsen van Johann Rudolf Glauber in haar voordracht Portrait of a chymist. Niet alleen werd Glauber verheerlijkt om zijn succesvolle behandelingen met natrium-sulfaat (Glauber zout), hij was ook de auteur van de alom geprezen werken De Auri Tinctura en Furni Novi Philosophici. In het biografische overzicht kwam Glauber’s veelzijdigheid duidelijk naar voren en de slotconclusie luidde daarom ook dat deze unieke figuur in de geschiedenis van de scheikunde op meer dan één wijze bestempeld kan worden – als industrieel scheikundige, charlatan, grondlegger van de chemische technologie, of gewoonweg als scheikundebeoefenaar.
Het symposium werd besloten met een kleine receptie in het proeflokaal van het Nationaal Jenevermuseum. Dankzij de gezellige sfeer werd er al gauw hevig verder gediscussieerd over de allerhande kunst en alchemiegebonden kwesties. Oude vrienden vonden elkaar terug bij een kruidenjenevertje en praatten lekker bij, maar ook vele nieuwe contacten werden gelegd en iedereen klonk tevreden op het succes van het alchemistische symposium.
This email address is being protected from spambots. You need JavaScript enabled to view it.
Verslaggever